De blogosphere gonsde afgelopen week van de onthulling dat iPods onder erbarmelijke omstandigheden in elkaar worden gezet in China. Natuurlijk is dat schrijnend als je ziet welke winsten er op worden gemaakt, maar komt dit als een verrassing? Natuurlijk niet.
Ons hele systeem is er op gebaseerd dat produktie tegen de laagst mogelijke kosten plaatsvindt, en als dat in een Chinese fabriek gebeurt dan sluiten zowel opdrachtgever als consument de ogen. Wetgeving die het verbiedt ontbreekt, dus waarom niet? De verontwaardiging die het bericht over Apple oproept is hypocriet omdat we doorgaans meer interesse in de prijs van de aankoop hebben dan voor iets wat in verre landen plaatsvindt. Of in de periferie, zoals Emmanuel Wallerstein zou zeggen, nuttig om het economische centrum van goedkope arbeid en grondstoffen te voorzien.
Inmiddels mag worden aangenomen dat veel mensen weten dat verreweg de meeste chocolade met behulp van slavernij wordt geproduceerd, maar dat heeft nog niet tot een daling in chococonsumptie geleid, en deze iPod situatie zal evenmin tot een verkoopdaling leiden. Alleen consumenten kunnen hier iets aan doen door hun gedrag te veranderen. Soms werkt dat, zoals in het geval van Nike -beschreven in het Volkskrant artikel hieronder- maar totdat het Westen bereid is met wetgeving te komen dienen we te accepteren dat onze welvaart nog altijd ten dele op slavernij is gebaseerd.
Volkskrant: Apple in verlegenheid door iPod fabrieken China
Keuringsdienst van Waarde: Slaafvrije chocolade